Holger groeide op in een wijnboerenfamilie en studeerde wijnbouw, maar twijfelde of hij echt wijnboer wou worden. De technische manier waarop wijn vaak werd gemaakt sprak hem niet aan. Een stage in Bordeaux deed hem van gedachten veranderen: wijn maken bleek een ambacht, een vak waarin je je eigen stijl kunt ontwikkelen. “Dat vind ik
spannend,” zegt hij. Gabriele werkte tien jaar als docent, maar haar liefde
voor buiten zijn, druiven en Bourgogne trok haar uiteindelijk naar de
wijngaard. “Sommige dingen zijn hetzelfde: goed observeren, geduld hebben en
bijzondere mensen ontmoeten.”
Holger werkte eerder bij topdomeinen in Frankrijk en Duitsland, maar koos er samen met Gabriele voor het familiebedrijf om te vormen van druivenleverancier tot eigen wijnmakerij.
Daarbij richtte hij zich op de hooggelegen terrassen, met lössbodems en
vulkanisch gesteente, waar destijds niemand in geïnteresseerd was. De opbrengst
is er laag, maar de kwaliteit hoog: oude, fijnbesnaarde Burgunderklonen met
kleine bessen en intense aroma’s en veel concentratie.
Het resultaat: pure wijnen die structuur, subtiliteit en lengte combineren met verkwikkend drinkplezier. Geen expressief fruit, maar levendige en elegante wijnen. “Ons doel is simpel,” zegt Holger, “we willen mensen blij maken door ze te laten genieten van onze wijnen. Als iemand vertelt dat ze met vrienden heerlijk hebben gegeten en onze wijn erbij dronken, dan geeft dat ons voldoening.”